SV | Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en ontzet u niet, zijt sterk en hebt goeden moed; want alzo zal de HEERE aan al uw vijanden doen, tegen dewelke gijlieden strijdt. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר אֲלֵיהֶם֙ יְהֹושֻׁ֔עַ אַל־תִּֽירְא֖וּ וְאַל־תֵּחָ֑תּוּ חִזְק֣וּ וְאִמְצ֔וּ כִּ֣י כָ֗כָה יַעֲשֶׂ֤ה יְהוָה֙ לְכָל־אֹ֣יְבֵיכֶ֔ם אֲשֶׁ֥ר אַתֶּ֖ם נִלְחָמִ֥ים אֹותָֽם׃ |
Trans. | wayyō’mer ’ălêhem yəhwōšu‘a ’al-tîrə’û wə’al-tēḥātû ḥizəqû wə’iməṣû kî ḵāḵâ ya‘ăśeh JHWH ləḵāl-’ōyəḇêḵem ’ăšer ’atem niləḥāmîm ’wōṯām: |
Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en ontzet u niet, zijt sterk en hebt goeden moed; want alzo zal de HEERE aan al uw vijanden doen, tegen dewelke gijlieden strijdt.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Jozua tot hen: Vreest niet en ontzet u niet, zijt sterk en hebt goeden moed; want alzo zal de HEERE aan al uw vijanden doen, tegen dewelke gijlieden strijdt.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!